Liedjes over Amsterdam van Ramses Shaffy

De persoon die veel van de mooiste liedjes geschreven en gezongen heeft over Amsterdam is Ramses Shaffy. De stad Amsterdam is een vaak terugkerend decor in zijn teksten. Shaffy-Dag-Nacht-220Op elk album staat wel een lied dat over Amsterdam gaat of waarin de stad de locatie is waar zich het verhaal afspeelt. Soms beschrijft hij de liefde voor zijn stad.

Amsterdam als metafoor
Vaker is Amsterdam een metafoor voor zijn gevoelens. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is misschien wel het lied Mama Mokum waarin de stad Amsterdam de moeder wordt die Ramses Shaffy nooit heeft gehad. Hij werd op acht jarige leeftijd in Parijs op de trein gezet door zijn moeder om alleen te reizen naar Amsterdam waar hij geadopteerd zou worden. Zijn leven speelt zich in de stad af. Amsterdam is niet altijd direct herkenbaar. Maar als je goed leest en luistert kun je zelf vaak duiden waar precies de plek is waar Ramses Shaffy zich in het verhaal bevindt. Want inderdaad een groot gedeelte van zijn liedjes is autobiografisch. En sowieso schreef hij veel van zijn liedjes in Amsterdam.

Ramses II (1966)

Hallelujah Amsterdam (1:47)
“Hallelujah Amsterdam
Daar waait een nieuwe wind over de Dam
Over ’t Spui en ’t Rokin
En zet de tijd niet terug, het heeft geen zin
Want het gaat verder, het gaat door”

’t Is stil in Amsterdam (2:57)
’t Is stil in Amsterdam
De mensen zijn gaan slapen
De auto’s en fietsen
zijn levenloze dingen
De stad behoort nu nog
aan een paar enkelingen
zoals ik”

5 Uur (2:11)
“’t Is vijf uur
5 uur
’t Feest is geweest
De zon stijgt in de stad
‘k Sta voor ’t raam
 en drink nog wat
M’n hart is vol”

Sammy (2:14)
“Sammy wil bij niemand horen
Zich door niets laten verstoren
Toch voelt hij zich soms verloren Sammy
Hoge toren, Sammy kan ’t niet aan
Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy
Want daar boven lacht de maan 
Sammy wil met niemand praten
maar toch voelt hij zich verlaten
waarom voel je je verlaten 
Sammy op de straten, sammy van de stad”

Zonder bagage (1971)

Ik denk over je na, Amsterdam (3:11)
“Ik kijk neer op je daken
Schoorstenen en pijpen
Daktuintjes en tuinen
En wat speelgoed op ’t gras
’t Is nu herfst en vochtig
De mist trekt over ’t water
Je verkleurt bij de seconde
Maar alles blijft zoals ’t was
Amsterdam”

We zullen doorgaan (1972)

De oude man (2:06)
“De oude man, zonder doel, zonder tijd
In deze stad, die hem zo dierbaar is
Het is vochtig en het water is half bevroren
Muziek in zijn ziel, gelukkig en verloren”

Als je mijn sleutel kwijt bent (2:05)
“Als je mijn sleutel kwijt bent
moet je over het muurtje klimmen
En dan lazer je vanzelf mijn huis in
Ik ben er zelden of nooit of niet
Je kijkt maar wat je aantreft
Dat is alles”

Morgencafé (4:07)
“Ze komen een voor een op het plein tussen licht en donker
Het plein ligt mateloos alleen te wachten op hun komst
Ze komen in ’t geheim om te ontsnappen aan de nacht
Omdat ergens een leeg bed of een luchtbed of geen bed op hen wacht”

We leven nog (1975)

We leven nog (4:36)
“Alles loopt mis vandaag
De brief weer niet gepost
De buurman kwaad
De Gelagkamer nog dicht
Geen voer voor de marmot en de papegaaien”

Zon (2:31)
“Zon en ik zon
Op het dak van mijn boot
Op de dijk gaat een trein langs
En een reiger vliegt voorbij
En een jongen zit te schrijven
Op een andere boot”

Op de Dam (4:09)
“Op de Dam
staat een ouwe man
Op z’n sloffen van
Versleten astrakan
Met z’n blauwe, z’n gouwe
Z’n pikneus als een haan
Waar komt deze man vandaan”

 Dag en nacht (1978)

Laat me (5:30)
“Ik ben misschien te laat geboren,
of in een land met ander licht.
Ik voel me altijd wat verloren,
al toont de spiegel mijn gezicht.
Ik ken de kroegen en kathedralen,
van Amsterdam tot aan Maastricht.
Toch zal ik elke dag verdwalen,
dat houdt de zaak in evenwicht.”

Ik drink (4:26)
“Toen die nacht
 vlak voor de bioscoop
Het regende en goot
 langs de stille gracht
Ik voer daar in mijn boot
En toen heel onverwacht
Stond jij daar stil en lachte”

Live (1980)

We leven nog (6:09)
’t Is stil in Amsterdam (3:50)

 Sterven van geluk (1988)

Meneer Koek (4:35)
“Meneer Koek ging ’s morgens zwemmen in het vroege Marnix-bad
Hij deelde ’t stille water met een huisvrouw die wou duiken
Ze dook onder hem door, kwam niet meer boven
Meneer Koek voelde in de nattigheid zijn tederheid ontluiken
De badman kwam haar redden, meneer Koek dreef op zijn rug
En wachtte op het droge om ze samen te verwennen
Eenmaal veilig aan de kant sloeg hij zijn handdoek om hen heen
En streelde haar heel lief, maar ze duwden hem weer terug in ’t water”

Mateloos (5:18)
“Dan zijn we stil, je beroert me
Ik kus je voeten een eeuwigheid
We steken het licht aan en nemen een sigaret
En kleden ons aan om ergens wat koffie te drinken
Om op de tramhalte stil tegen je aan te staan
Met gesloten ogen de auto’s voorbij te horen gaan
En de stemmen van mensen, voetstappen, de fietsen
Stil tegen je aan te staan in eeuwigheid”

Een bloemenkrans en nachtgewaad (2006)

Mama Mokum (2:52)
“Ik zing dit lied voor jou alleen
Ze schelden je uit, je bent obsceen
Ze vinden je vies van straat tot steen
Je bent niet meer zoals voorheen
Mama Mokum, ik sleet bij jou mijn jongste jeugd
Je bent min moeder die voor niets en niets meer deugt
Je bent mijn bed, mijn kachel, mijn sores en mijn vreugd
Als ik bij jou verlies laat je me weer binnen
Ik zing dit lied voor jou alleen
Ze klagen en ze zeiken allemaal steen en been
Ze missen misschien Johnny en Tante Leen
En ze huilen om alles what eens verdween
Mama Mokum, ik woon bij jou aan de gracht
Je bent mijn moeder voor dag en voor nacht
Je brengt me thuis als ik lam ben en niet meer word verwacht
Je vangt me op, je laat me weer binnen
Ik zing dit lied voor jou alleen
Met je spuiters en je dieven bij jou alleen
Met je heroinegelieven bij jou alleen
Met je eendjes en je duifjes en toch zo alleen
Mama Mokum, ik kwam bij jou altijd weer terug
Je bent mijn moeder, je bent mijn steiger en mijn brug
Je bent mijn haven, je bent mijn steun in mijn rug
Amsterdam, mag ik je weer beminnen
Ik zing dit lied voor jou alleen
Ik zing dit lied voor jou alleen
Ik zing dit lied voor jou alleen
Amsterdam, voor jou door alles heen!”

Het Verhaal Achter de Muziek